Vind je het veel werk om steeds alle uitgaven bij te houden in een kasboek of uitgavenapp? Dan ben je zeker niet de enige!
Gelukkig bestaat er een goed alternatief. Je kunt gaan werken met budgetten. Voor iedere groep uitgaven stel je een budget vast en dat verdeel je over potjes. Zo kun je je uitgaven eenvoudig in de hand houden. In dit artikel leggen we uit hoe het werkt.
Werken met budgetten
Je stelt voor al je kosten een budget vast. Dit doe je door allereerst je vaste lasten zoals je woonlasten, energiekosten en je verzekeringspremie op een rij te zetten. Deze lasten neem je op in je begroting. De kosten die je jaarlijks betaalt, deel je door twaalf en laat je iedere maand terugkeren in je begroting.
Voor de variabele kosten – denk aan boodschappen, persoonlijke verzorging en kleding – bereken je een gemiddelde van wat je er de afgelopen 3 maanden (of 6 – 12 wanneer je nauwkeuriger te werk wilt gaan) aan hebt uitgegeven. Vervolgens bepaal je of je tevreden bent met je uitgaven aan de variabele kosten óf dat je hierop wilt besparen. Bijvoorbeeld omdat je je deze uitgaven eigenlijk niet kunt veroorloven of omdat je wilt sparen voor andere uitgaven. Met deze informatie stel je een budget vast voor je variabele kosten. Neem deze kosten ook op in je begroting.
Dromen en doelen
Denk bij het opstellen van je begroting ook na over de doelen die je wilt bereiken. Droom je van die mooie reis die je nog wilt maken? Of wil je geld overhouden voor een cursus, een verbouwing of een nieuwe auto? Dit zijn allemaal doelen om op te nemen in je begroting. Neem ook een post voor onvoorziene kosten in je begroting op, bijvoorbeeld voor wanneer je wasmachine er eerder mee ophoudt dan gepland of je auto ineens een grote reparatie nodig heeft.